Archive for februari, 2012

h1

Vastgelegd

19/02/2012

Er is een groep mensen die het leuk vindt om voor de camera te staan en er is een iets kleinere groep mensen die dan ook nog eens leuk op de foto staat. Ik hoor bij geen van beiden.

In tegendeel: ik heb een hekel aan gefotografeerd worden. Omdat ik bij het terugkijken altijd maar hoop dat ik niet echt zo ben. Het liefst maak ik zelf de foto’s want dan sta ik er zelf tenminste niet op.
Dat is soms onhandig want soms willen mensen, terecht, zich een beeld van je vormen tewijl je elkaar nog niet gezien hebt. Op mijn website bijvoorbeeld, bij LinkedIn en op Twitter.
Tot voor kort gebruikte ik daarvoor foto’s van een paar jaar geleden, niet toevallig beide gemaakt door een professioneel fotograaf.

Maar ja. Je wordt ouder, je verandert, je schaft je bril af – allemaal redenen om eens aan een update te denken. Via Twitter ken ik een aantal fotografen in Zeist en daarvan kwam ik Mel Boas tegen bij de nieuwjaarsreceptie van de gemeente.
Hem vroeg ik dan ook een paar weken later of hij voor mij nieuwe foto’s wilde maken.

9 februari was het zover en meldde ik me op de Montaubanstraat. En eerlijk gezegd: ik was best zenuwachtig. Mijn nette jasje aan, zelfs wat lippenstift op – voor mijn doen was ik er klaar voor.
“Wil je nog wat aan je haar doen”, vroeg Mel. En meteen sloeg de paniek toe. Hoezo, zit het raar? Wat moet ik dan nog doen? En daarna haalde ik drie keer adem en besloot dat het een routinevraag van hem was. Pro forma haalde ik even een hand door mijn haar en riep vrolijk dat ik er klaar voor was.

Om te voorkomen dat ik als een angstig konijn in de lens zou kijken alsof het een koplamp was, besloot ik maar te blijven praten. Tenslotte kennen de meeste mensen mij pratend en leverde dat waarschijnlijk een realistisch beeld op.
Ik praatte, Mel klikte rustig door en samen keken we af en toe naar het resultaat.
En dat viel me niet eens tegen.

Mel kennelijk wel want we stapten over op een andere achtergrond. En hij had gelijk. Het viel nog minder tegen.

Ik kreeg keurig een hele selectie van foto’s om een zelf nog verder uit te kiezen. De man des huizes en zoon uit huizes mochten ook hun mening geven. Uiteindelijk kwamen we bijna op hezelfde uit.
Deze werd het dus niet bijvoorbeeld.

Maar deze wel.


Een uur fotograferen, een voorselectie en nabewerking levert mij zes mooie foto’s op die ik ongelimiteerd kan gebruiken. En daar rekent Mel 99 Euro voor. Wat mij betreft is dat het dubbel en dwars waard.

Ik kan er portrettechnisch weer een paar jaar tegen.

h1

Up to date

13/02/2012

Het moet ergens oktober 2002 zijn geweest: mijn kennismaking met Relatieplanet.nl. Vriendin Joyce ging mij voor – na een paar jaar als alleenstaande ouder door het leven te zijn gegaan had zij opeens een vriend. Ik was wel benieuwd waar ze die tegen het lijf gelopen was en dat bleek dus online.


Na bijna tien jaar alleen en met kinderen die qua leeftijd stevig genoeg in hun schoenen stonden besloot ik ook een kans te wagen. Die prins op het witte paard leek me niet echt haalbaar maar wie weet was het een leuke manier om op zijn minst af en toe een leuke avond te hebben.
De trauma’s van het zoeken van een leuke foto en het verder invullen van het profiel kan ik me gelukkig niet heugen. Wel de afspraakjes en vooral het moment dat het me goed leek om de kinderen uit te leggen waarom moeders af en toe de hort op was. Hoe zouden die tere kinderzieltjes daarop reageren?

Ik had me geen zorgen hoeven maken. Dochter van bijna 16 zei alleen: “Pas je wel op, mam, met die mannen van internet?” En de zoon van net 14 zei niets maar schoof letterlijk van het lachen van zijn stoel, onder tafel.

Hoe zoek je naar een leuke man, op zo’n site? Naar later bleek deed ik dat op de verkeerde manier. Ik zocht keurig op profiel naar niet rokende man, niet al te ver uit de buurt, niet bezig met het verwerken van een oude relatie, met gevoel voor humor en taal. Het leverde een paar leuke afspraken op maar zonder echt vervolg. Eén was wat leuker maar die zette me aan de kant voor een afhankelijker type. Auw.

Op een donderdagavond keek voor het eerst eens op het chatgedeelte van de site en raakte daar opeens aan de praat met een leuke man. Gevoel voor humor, gevoel voor taal, we praatten lekker heen en weer. We bleken allebei de Volkskrant-cryptogram wel eens te maken. Veilig vanachter het toetsenbord suggereerde ik dat we die dan wel eens samen zouden kunnen doen. Dat leek hem wel een leuk idee, wat dacht ik van nu zaterdag? Ik zeg niet snel nee maar vroeg me wel hardop af hoe ik dat de kinderen moest vertellen. Ach, chatte hij terug, dan zeg je toch gewoon: “dat is de cryptogrammenman” of “hij leest ook de Volkskrant”.
En toen was ik om.

Zaterdagmiddag stond hij voor de deur. Met een hele leuke hond en petitfourtjes van Top. We praatten, we vulden wat woorden in van de crypto, we dronken thee.
Na een uur werd hij wat onrustig, hij moest ‘wat aan zijn verslaving doen’ en meteen maar de hond uitlaten. Hij was een roker. En zijn scheiding was nog niet afgerond. Ik had kinderen, hij had niets met kinderen.
Tcoh was het gezellig. Na afloop concludeerde de zoon dat hij wel ‘een coole gast’ was en wij concludeerden dat het gezellig was maar niet echt serieus.

Maar we hielden contact. Hij had meer dates en legde zijn keuzes soms aan mij voor. Ik sprak ook nog eens af. We bleven het goed met elkaar vinden en ik nodigde hem uit voor de jaarlijkse cryptogrammenconferentie. Dat was in maart. Ik haalde hem op in de doorzonwoning, we dronken koffie, in de zon, in de tuin.
De voorbode van een zonnig jaar. Wat zeg ik, van veel zonnige jaren. Samen.

Thee heeft hij trouwens na die ene keer bij mij thuis nooit meer gedronken. Hij houdt helemaal niet van thee. En die donderdagavond was trouwens 13 februari 2003.
Hoi schat, ga je mee uit eten vanavond? 😉

 

h1

SPannend pak

09/02/2012

Bij het synchroniseren van de telefoon kwam ik twee foto’s tegen van vorige week woensdag. Die avond was de start van de feestelijkheden rondom het 100-jarig bestaan van ons dorp Den Dolder.
De buurgemeente De Bilt vierde onlangs het 900-jarig eeuwfeest en de grootste werkgever in het dorp, de Willem Arntshoeve had vorig jaar een feestje vanwege he feit dat de stichter en naamgever 550 jaar gelden werd geboren.

Maar 100 jaar is niet niks en zeker in een dorp met veel verenigingen en activiteiten vraagt het om een feestelijk jaar.

Op woensdag 1 februari was het precies 100 geleden dat de gemeenteraad van Zeist de buurt rondom het station Doldersche weg officieel de naam Den Dolder gaf. Die raadsvergadering werd nagespeeld door gemeenteraadsleden van nu, aangevuld met twee wethouders en de burgemeester. Allemaal heren want het moest wel historisch verantwoord zijn natuurlijk.
De teksten kwamen uit de notulen van weleer, de kostuums uit de lokale kledingverhuurzaak.
Keurige jacquets, vesten, dassen en een enkele hoed: de raadscollega’s zagen er tiptop uit.

Het bleek dat 100 jaar geleden Den Dolder ook nog niet zo volgzaam was en er werd beleefd doch heftig gediscussieerd of het nu Den Dolder (“lijkt teveel op kolder”,”betekent natte grond”) of Duivenhorst (naar de lokale zeepfabriek De Duif) moest worden. Formele discussie, twee keer stemmen en vooral veel stemverklaringen: in feite is er niet veel veranderd verzuchtten de raadsleden in het publiek.

Paul Smink (CDA), verliet de vergadering (in zijn rol dan, hè) en noemde dat later ‘een Veenendaaltje doen’ als referentie naar een collega van de VVD die een paar jaar geleden opeens verdwenen was uit een raadsvergadering om niet mee te hoeven stemmen over een gevoelig onderwerp.

Van te voren had ik mij het meest verheugd om SP-collega Pieter-Wout Duquesnoy in een jacquet. Zijn normale kledingstijl bestaat voornamelijk uit T-shirts, bij voorkeur met ludieke opdruk.
Pieter-Wout had wat moeite met de stijl van toen maar dat was wederzijds: ook zijn kostuum vond het letterlijk ‘spannend’.

h1

Sociaal duurzaam is geen woord maar daad

03/02/2012

Let op: dit stukje lijkt algemeen en theorie. Maar aan het eind zit de harde praktijk. Daar gaat het om geld. En deel daarvan zit nog in de zak van u als lezer….

Donderdagavond. Tijd voor de gemeenteraad.
“Waar hebben jullie het over vanavond?”
“Over het ontwikkelen van een sociale visie en sociale duurzaamheid.”
“O, natuurlijk, als er maar duurzaam in staat.”

Hij heeft gelijk natuurlijk, die man van mij. Duurzaam is een woord dat je te pas en te onpas hoort. Is het duurzaam? Dan is het goed.

Gisteren hadden we een heel goed gesprek in de commissie samenleving – de raadsleden die zich vooral bezig houden met zaken rondom sociale wetgeving en de zorg voor hen die hulp nodig hebben.
Er komen namelijk heel veel extra regelingen op ons als gemeente af die we moeten gaan uitvoeren. De WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) doen we al maar ook Jeugdzorg en een deel van de geestelijke gezondheidszorg komt op ons bordje. Dat is mooi, dat is een uitdaging en daar moet je dan ook goed op voorbereiden. Vooral ook omdat er meteen ook op budgetten wordt gekort.
Eén van de stappen is het vastleggen van de sociale visie: wat willen we eigenlijk in Zeist, wat zijn onze uitgangspunten en idealen?

En over heel veel zaken zijn we het eens gelukkig maar dat wil niet zeggen de accenten niet anders gelegd worden. De één legt het accent meer op zelfredzaamheid, de ander op het overnemen van lasten.
Waar we het allemaal over eens zijn is dat zorg voor ‘hen die dat behoeven’ een taak is voor heel Zeist en niet alleen van de gemeente.

Gisteren was er maar één oproep op Twitter nodig een koelkast die over was verhuisde naar iemand die iemand die het hard nodig had. Ongevraagd je hulp aanbieden, een praatje maken of interesse tonen in je buurtgenoten – dat is geen bemoeizucht maar dat is zorgen voor elkaar.

En dan nu dat geld.
In Zonnehuizen in Zeist worden al heel lang met heel veel liefde en zorg kinderen opgevangen die het nodig hebben. Dat is allemaal keurig en formeel geregeld, met vergoedingen, professioneel personeel, zorgplannen en subsidies.
Tot het management fouten maakt, hele grote fouten en dan gaat zo’n prachtig instituut failliet. Gelukkig is er sprake van een overname maar de organisatie is echt failliet. Inclusief curator en schuldeisers.

De kinderen van Zonnehuizen hadden deels eigen spaarpotjes: geld gekregen van familie bijvoorbeeld en bedoeld voor persoonlijke uitgaven als kleding, sporten en opleiding.
Dat geld stond op een rekening waar de schuldeisers van zijn betaald. Managementfoutje. Kan niemand nu meer iets aan doen. Zelfs de curator niet, al zou ze wel willen.

Interim-bestuurder Charles Laurey vindt het zó sneu voor de kinderen, dat hij een stichting heeft opgericht om geld in te zamelen: ‘Een jas voor Sterre en Tobias’. Het rekeningnummer is 345200918.

Help de kinderen van Zonnehuizen. Laat zien dat wij, grote mensen, het niet aan de formele organisaties overlaten om een vangnet te zijn. Laten we sociale duurzaamheid omzetten van theorie naar praktijk: geef voor ‘Een jas voor Sterre en Tobias’.
Er is 150.000 Euro verdwenen. Zeist heeft 60.000 inwoners. Dat is toch een heel makkelijk sommetje?