Eén van de voorrechten van gemeenteraadslid zijn is dat je bij heel veel zaken wordt betrokken. Informatie die anders aan mij voorbij zou gaan krijg ik op een presenteerblaadje aangeboden. Bijeenkomsten waar ik anders het bestaan niet van zou weten, daar krijg ik een uitnodiging voor.
Met veel plezier denk ik terug aan het rondje horeca vorig jaar, aan het bezoek aan het inloophuis Zeist West, het kijkje op de vliegbasis Soesterberg of de bijeenkomst over oudere allochtonen.
Sommige steken daar nog weer een stukje boven uit. Bijvoorbeeld de bijeenkomst van Kleurrijk Zeist, een groep actieve Zeistenaren met een Marokkaanse achtergrond die zich actief inzetten voor de onderlinge contacten en leefbaarheid voor alle inwoners van Zeist. Enthousiast, vriendelijk, open en idealistisch. (24 juni hebben ze weer een bijeenkomst, dit keer in Zeist Noord).
Gisteren was minstens zo indrukwekkend. Als raadsleden werden we bijgepraat over de veiligheid en de leefbaarheid in Zeist West. Een aantal jaren geleden liep het daar helemaal uit de hand door een grote groep jongeren die zich in feite de buurt toe wilden eigenen. Achteraf gezien had er eerder ingegrepen moeten worden, dat is duidelijk. Er kwam een plan van aanpak, gericht op de harde kern, er kwam extra inzet van de wijkagenten, er werd samengewerkt met de woningcorporaties, de gemeente, Meander Omnium. Langzamerhand is het probleem teruggebracht naar hanteerbare proporties. Het is nog niet goed maar al wel heel veel beter. In een paar jaar tijd daalde de criminaliteit met tientallen procenten.
Naast het aanpakken van de harde kern, de echte criminelen, stond er een ander groep op. Zij wilden niet meegesleept worden, wilden het goede voorbeeld geven. Hun inzet: een VOP – een vaste ontmoetingsplek voor jongeren.
Gisteren zagen we een film, vijftig minuten lang keken we naar een hele langzame toenadering tussen zwaar beschadigde buurtbewoners (stenen door de ruiten, auto in brand, beroofd, geslagen, geïntimideerd), de VOP-pers, gemeente en politie en zelfs leden van de harde kern. Iedereen vertelde zijn of haar verhaal, op film, en de groepen luisterden naar elkaar, op het witte doek. Van wij en zij werden het langzaam aan weer individuen, mensen met ieder een eigen achtergrond, identiteit, waarden en normen. Er zijn bijeenkomsten geweest en er komen er nog meer.
Was twee jaar geleden Sint Maarten een ramp met volop diefstal, berovingen en intimidatie – afgelopen jaar gingen jongeren en wijkbewoners samen de straat op en was er geen enkel incident. Afgelopen Oud en Nieuw was zo rustig dat al bijna geklaagd wordt dat het saai was.
We, als Zeist, zijn er nog lang niet maar het vertrouwen in elkaar begint weer terug te komen. Net als het besef dat leefbaarheid en veiligheid geen taak van de politie alleen is maar dat iedereen er een steentje aan kan en moet bijdragen.
Dat klinkt allemaal mooi. Maar toch denk ik de hele dag aan dat ene verhaal dat voorbij kwam.
Over die jongen die graag kapper wilde worden, investeerde in de spullen en de opleiding. Maar hij kon niet beginnen want hij had geen leerwerkplek. Zelfs de burgemeester ving dertig keer bot bij de kapperszaken in de omgeving. Ongezien mocht hij nergens komen: geen Marokkaan in de zaak.
Het is de kleine ondernemers niet te verwijten. En toch draait mijn maag iedere keer om als ik er aan denk. Afgerekend worden, puur en alleen op je afkomst. Moeten boeten voor de fouten van leeftijdgenoten die zich misdragen hebben en toevallig dezelfde roots hebben als jij.
Als ik nu stop met schrijven kan ik de Godwin nog net voorkomen…….
