We wandelen door Duitsland, de zoon en ik. Dat deden we vorig jaar ook maar dan in Ierland en het gaat daarmee bijna op een traditie lijken.
We kozen voor een stapje zwaarder: rond de 20 kilometer per dag door het heuvelachtige landschap van het Röhrtal. Soms praten we achter elkaar door, soms zijn we ieder met onze eigen gedachten bezig. Of met een leeg hoofd, dat kan natuurlijk ook.
Soms krijg je dit soort conversaties.
Ik zie een vlinder.
“Weet jij nog hoe die vlinders heetten in die serie Under the dome?”
“Emperor?”
“Nee, maar het lijkt er wel op.”
In mijn hoofd loop ik langzaam het alfabet door, een trucje dat vaak helpt bij het herinneren van woorden en namen. Nu ook.
“Monarch! Ook koninklijk…”
“Hm. Emperor zijn natuurlijk die pinguins.”
“Maar dan zouden die tv-serie ‘Under de snowdome’ heten.”
“Mahaam!”
En dit zijn andere vlinders. Ook mooi.