Een briljant idee. Geen idee waar dit is uitgevoerd maar wat mij betreft gaan we dit in Zeist ook doen 🙂
Archive for mei, 2013

Daktuin op zijn Frans of op zijn Dolders
25/05/2013In Normandië zagen we een bijzondere daktuin:
Het was daar trouwens niet het enige huis met een rieten dak waar dit soort planten op de nok stonden. Een klein beetje googlen levert het zinvolle weetje op dat dit vroeger in Nederland ook een gewoonte was. De vetplanten nemen veel water op maar versterken met hun wortels ook de nokrand die op zichzelf redelijk kwetsbaar is.
Zelf kijk ik vrijwel de hele dag vanaf mijn werkplek op dit dak:
En dat kan natuurlijk leuker. Via mede-BNI-lid Jorrit Zwart kreeg ik een folder met onder andere dit plaatje:
Een systeem met lage bakken die je gewoon op een plat dak kunt plaatsen. Inclusief folie, substraat en planten. Vetplanten of grassen en kruiden. En nog betaalbaar ook.
Ik zette het meteen op mijn verlanglijstje voor mijn verjaardag. Jammer genoeg wordt het waarschijnlijk nog niet dit jaar want het dak moet eigenlijk eerst gerenoveerd worden voordat we er nieuwe dingen mee kunnen doen. Geen hele dringende renovatie maar wel iets voor de komende jaren. Ik moet dus nog even geduld hebben.
Maar het blijft op mijn verlanglijstje staan, zeker weten.

Mijn jeugd in 1 foto
20/05/2013Zo heb ik heel wat uren doorgebracht: lezend op de bank. Helemaal in een verhaal getrokken, nauwelijks nog oog of oor voor de omgeving. Werd me wat gevraagd dan kwam dat altijd vertraagd aan. Dan realiseerde ik me opeens dat een halve minuut of zo daarvoor iets was gezegd en dat het tegen mij was.
Stapels boeken heb ik gelezen. Voor mijn verjaardag kreeg ik altijd één of meerdere boeken maar ik was vooral heel vaak in de bibliotheek te vinden. De dependance daarvan was bij ons aan de overkant van de straat.
Ik zie nog de bakken met kaartjes. De datumstempel. Het karretje met ingeleverde boeken die weer teruggezet moesten worden. De houten plankjes die de plek markeerden waar je een boek uit de kast pakte om het beter te bekijken. Marjan en Marian (ook wel kleine Marjan en grote Marianne), de bibliothecaressen.
In ieder boek zat aan de linker binnenkant een driehoekig vakje geplakt met daarin een geel kaartje. Op de eerste pagina zat een wit velletje papier met twee of drie kolommen. Bij het uitlenen haalde de bibliothecaresse het kaartje uit het boek, noteerde je lidmaatschapsnummer en de datum erop. Daarna stempelde ze de datum dat het boek terug moest zijn op het witte velletje. Alle gele kaartjes gingen keurig achter elkaar in een lange bak. Kwam een boek terug, dan werd het kaartje er weer bij gezocht en terug in het boek gestoken. Ik mocht wel eens helpen met stempelen of met kaartjes op alfabet zetten. Of de teruggebrachte boeken weer in de kast zetten.
Alle jeugdboeken heb ik zo’n beetje gelezen, alle boeken met B of C onderaan de rug. En verlangend keek ik naar die andere rijen en rijen kasten met de boeken voor volwassenen. Toen ik twaalf was mocht ik eindelijk ook die voorraad aanspreken.
En de keus werd eigenlijk te groot. Ik wist niet goed meer waar te beginnen. Langzamerhand koos ik steeds meer voor Engelstalige boeken. Omdat ik die taal leuk vond.
Maar ik bedenk me nu dat het ook hielp dat die afdeling overzichtelijker was, de keuze was behoorlijk maar niet echt heel erg groot.
Eén ding is er niet veranderd: ik hou nog steeds van boeken waar ik het verhaal wordt ingetrokken, in een andere wereld terecht kom en even alles om mij heen kan vergeten. En Engels is nog steeds mijn favoriet.

Blindedarm
12/05/2013
Vorige week sprak ik iemand die net geopereerd was aan haar blindedarm. De ene dag ziek het ziekenhuis in, ’s avonds geopereerd en de volgende middag naar huis. De operatie zelf was wel onder narcose maar met kijkoperatietechniek en leverde drie kleine littekens op.
Nee, dan in 1975. Zware buikpijn, huisarts erbij, ziekenhuis. Tot zover hetzelfde traject. Vanwege mijn leeftijd (bijna 14) mocht ik kiezen voor de kinderafdeling of de volwassenen, ik koos de eerste. Operatie nog op de ouderwetse manier en dus met een litteken van pakweg 10 centimeter.
En in totaal moest ik tien (10!) dagen blijven.
In mijn herinnering was het mooi weer buiten, het moet mei of juni zijn geweest want het was het eind van het schooljaar. Naast mij lag Marjan, jonger dan ik en ook zieker dan ik. Heel bijzonder, een paar jaar geleden zocht ze me op via LinkedIn.
En wat ik zeker nooit zal vergeten is het eten en vooral de ‘Zeeuwse wasdag’, het dieptepunt van de Hollandse pot. De naam geeft aan dat de vrouwen in Zeeland het druk hadden met de was en dan dit als snel-klaar-we-hebben-wel-wat-anders-te-doen-maaltijd op tafel zetten. En zo smaakte het ook. Te lang gekookte andijvie (twee culinaire fouten tegelijk: andijvie moet je niet koken en zeker niet te lang) in een soort stamppot. Of er vlees bij was kan ik me niet eens herinneren.
Wel leerde ik van mijn moeder om het eten zo bij elkaar te schuiven op het bord dat het leek dat een deel ervan opgegeten was. Dat scheelde gezeur van de verpleging.
Had ik de moderne manier van opereren meegemaakt dan had me dat in ieder geval het trauma van de Zeeuwse wasdag gescheeld.

De lamp
11/05/2013Over deze foto is veel te vertellen, hij kom uit het enorme dia-archief van mijn vader. Het zal ergens in het voor-of najaar zijn: de gordijnen zijn dicht maar mijn broer en ik hebben korte mouwen aan. Op de bank zitten rechts mijn oma Ping en links haar zus Jos. Het jaar? Ik schat ’67 of ’68. Het witte truitje was van een soort polyester kan ik mij herinneren.
Maar mijn oog bleef eigenlijk hangen op de lamp. Het was een soort omgekeerde bloempot van gegoten metaal. Aan de zijkant waren er oranje stukje dik glas in verwerkt en het geheel hing met een ketting aan het plafond.
Hoe hoog hang je een lamp boven een salontafel? Lastige vraag. Te hoog en je kijkt zittend in de gloeilamp. Te laag en je ziet elkaar niet meer zitten. Dus eindig je halverwege.
Zo lang je stond of zat was het prima. Het gevaar ontstond bij het opstaan. Dan buig je iets voorover, komt in de benen, je wil je rug rechten en -beng- stoot je je hoofd tegen de lamp.
En had ik al gezegd dat het ding loodzwaar was?
Het effect was naast het galmend geluid van een klok vooral een heel pijnlijk hoofd van de ongelukkige. Dat er nog nooit iemand een hersenschudding aan heeft overgehouden mag een wonder heten.
De lamp heeft het desondanks heel lang volgehouden boven die tafel maar heeft na een herinrichting toch het veld moeten ruimen. Beter voor de volksgezondheid zullen we maar zeggen.

Hoe wij de lente ophaalden in Normandië
09/05/2013
Het kan natuurlijk toeval zijn maar zo reden wij door Nederland. Door België. En door Noord-Frankrijk. En ik prees mij gelukkig met de stapel boeken die we bij ons hadden.
Bij aankomst zagen we de eerste stukken blauwe lucht. Van de gastvrouw van onze chambre d’hote (Les Moussiaux) kregen we een welkomstglaasje op het terras, uit de wind. En het leven was goed.
Het uitzicht vanuit de kamer was bijna nog beter. Soms met zicht op het strand. En soms was het strand weg. Ze noemen dat daar vloed.
Als er strand is, kan je er over wandelen. Halverwege onze tocht verdween het strand en klauterden we tegen de klif op naar boven. Eerst omhoog en daarna dwars op zoek naar een doorgang naar de weg. Liefst eentje zonder bramenstruiken.
We vonden de doorgang en we vonden iets te eten. Het grote voordeel van vlakbij zee is de verse vis. En de verse schelpen.
Geen Normandië zonder invasie. Die van 1066 naar de overkant sloegen we over. Wel bezochten we een aantal stranden en begraafplaatsen uit 1944. Tot de ergernis aan de toeristenstroom groter werd dan historische waarde.
En zo reden we terug. Met de zon in het zicht.
Graag gedaan.

Goed fout
02/05/2013Vier mei, Dodenherdenking. En al die jaren denk ik tijdens de twee minuten stilte aan alle slachtoffers van de tweede wereldoorlog en elke andere oorlog. Afhankelijk van mijn eigen levensfase identificeer ik me met een ander soort slachtoffer: wat zou het voor mij als kind, als jong volwassene, als moeder betekend hebben om een oorlog mee te maken? Hoe zou ik mijn prioriteiten stellen en keuzes maken? Hoe ver zou ik gaan om mijzelf en/of anderen veilig te stellen? Ten koste van wat? Of van wie?
Mijn ouders hebben beiden de oorlog meegemaakt, de één misschien wat intensiever en bewuster dan de ander. Mijn moeder woonde op Terschelling dat vol Duitse soldaten zat, mijn vader groeide op in verschillende Jappenkampen. Mijn ‘adoptiebejaarde’ rolde in Arnhem als vanzelf in het onderduikerscircuit, maakte het bombardement mee terwijl ze dwars door de stad liep en werd geëvacueerd.
Mijn moeder was in 1945 nog geen tien jaar oud, mijn vader werd vijftien en mijn ‘bejaarde’ drieëntwintig.
Wat zij in hun verhalen gemeen hebben is dat de grens tussen goed en fout heel erg moeilijk is aan te geven. Ja, de hele witte en de hele zwarte verhalen die kennen we allemaal. Maar er is grijs, veel grijs, in alle tinten, het is maar net hoe het licht er op valt.
En ja, achteraf en vanaf de zijlijn zijn de keuzes helemaal makkelijk.
Dus herdenk ik op 4 mei alle slachtoffers van oorlog, wit en grijs. En zelfs van zwart vind ik dat zij slachtofferkantjes hebben.
Maar dat mag niet van het Comité 4 en 5 mei: van hen mag ik alleen de Nederlandse slachtoffers herdenken.
En dus niet die jongen van achttien die volledig in paniek met arm en schouder in het gips in september 1944 door de straten van Arnhem rende. Hij wilde naar huis, naar zijn familie. In Duitsland. Aan hem mag ik niet denken.
En mag ik wel denken aan de Nederlander die een onderduikadres aangaf en daarmee mijn bejaarde naar het Tribunaal stuurde, haar vader en zusje huisarrest bezorgde en één Joodse man op de vlucht liet slaan in het donker terwijl er op hem geschoten werd en drie andere Joden tot het concentratiekamp veroordeelde? Die Nederlander die het waarschijnlijk als enige uitweg zag om zelf de Arbeitsdienst te ontlopen waardoor hij voor zijn vrouw en kinderen kon blijven zorgen?Mag ik niet denken aan de 21.000 graven op die ene militaire begraafplaats in Normandië? Omdat het Duitsers waren?
Dit jaar denk ik daarom misschien alleen maar aan de mensen in mijn omgeving waarvan ik zeker weet dat ik er zou mogen onderduiken. Die hun eigen veiligheid en die van hun dierbaren op het spel zouden zetten om de ‘witte’ keuze te maken. Dat red ik makkelijk in twee minuten.
En nu maar hopen dat dat wel mag van het Comité. “Die Gedanken sind Frei”. Toch?