“Nu ben ik wereldberoemd”, zegt ze met een lachje. En ze kijkt er ongelooflijk trots bij.
Zo introvert en bescheiden als ze is werkte ze toch graag mee aan een artikel voor het blad van revalidatiecentrum De Hoogstraat.
Halverwege de jaren vijftig was ze daar als één van de eerste patiënten om te herstellen van een zware rugoperatie. De vlotte Friese jongen die iets later aankwam zag haar staan en vertelde zijn begeleider direct dat zij zijn vrouw zou worden. Het duurde wel eventjes maar het is hem gelukt. Een huwelijk van bijna vijftig jaar eindigde negen jaar geleden toen hij, toch nog onverwacht, overleed aan een hartstilstand.
Zijn foto staat in zicht op tafel, even verderop staat het tafeltje dat hij in De Hoogstraat maakte, ondertussen lerend om te staan op zijn houten kunstbeen. Het tafeltje waarvoor zij de materiaalkosten moest betalen om het mee te mogen nemen. En een kast verderop staan twee lakleren hertjes. Die moest zij op haar beurt maken om de handen soepel te houden. De stipjes waren teveel priegelwerk voor haar maar daar wilde hij wel bij helpen. En of ze hem uit wilde leggen hoe dat allemaal ging met dat handwerken, want daar had hij geen verstand van. Het was hun eerste contact. Pas veel later hoorde ze dat hij maandenlang smyrnakleden had geknoopt om de tijd door te komen tussen zijn vele operaties.
En nu staan ze samen op de foto, in het blad van De Hoogstraat.
Het hele artikel kun je hier lezen: OpdeHoogte_mwSpitse