Tien jaar geleden was 5 juli een maandag en dronken de man des huizes en ik samen koffie bij Figi. Allebei ’s ochtends vertrokken vanuit Den Dolder naar ons beider werkplek, de één op de Uithof, de ander in Soest.
Om dan na een paar uur in hartje Zeist samen koffie te gaan drinken is niet heel logisch tenzij je net samen naar het gemeentehuis bent geweest.
Sinds een paar dagen stond ik al keurig ingeschreven als inwoner van Zeist en medebewoner van de doorzonwoning. Het leek ons verstandig om het samen delen van dak, leven en verantwoordelijkheden ook officieel vast te leggen. We kozen voor het geregistreerd partnerschap want trouwen hadden we allebei al een keer eerder gedaan.
In de praktijk bleek het complexer dan gedacht of gehoopt. Allereerst had de man een huis en een hypotheek en ik twee kinderen dus moesten we ook langs de notaris voor de huwelijkse partnerschapsvoorwaarden.
Daarna moesten we beiden nog een rondje oude woonplaatsen doen voor een uittreksel geboorteregister (Haarlem en Bussum) en bewijs dat de eerdere huwelijken uitgeschreven waren uit de trouwregisters van respectievelijk Utrecht en Hilversum. Uittreksels die je toen nog alleen persoonlijk en ter plekke moest afhalen.
Ik had nog serieus gekeken naar opties als Las Vegas en Gretna Green maar de reis- en verblijfkosten liepen daarbij nogal op. En daarna hadden we toch nog het hele administratieve circus gehad om de buitenlandse verbintenis in Nederland erkend te krijgen.
In juni hadden we in Zeist al de afspraak gemaakt: met zijn tweetjes en met willekeurige ambtenaren als getuige. Op maandagochtend want dat was goedkoop. En als gevolg van de afspraak waren we officieel in ondertrouw voornemens het geregistreerd partnerschap aan te gaan.
Op de dag zelf stonden we dan ook halverwege de ochtend in een acherafkamertje in de Publiekshal. Standaard tafel en stoelen en een wat bleek weggetrokken kunstbloemstuk in de hoek. Een beetje gniffelen moesten we wel toen bleek dat het ritueel en de bewoordingen precies hetzelfde waren als bij trouwen. Dat leverde toch rare zinnen op als: neemt u haar aan als wettelijk geregistreerd partner? En of we een geregistreerd partnerschapsboekje wilden? Het antwoord op de eerste vraag was ja en op de tweede nee.
We gaven elkaar de rechterhand, keken elkaar diep in de ogen en beloofden nog eens officieel om goed voor elkaar te zorgen.
En daarna dronken we dus koffie bij Figi voordat we weer terug gingen naar onze werkplekken.
Tien jaar. Een decennium.
Twee banen geleden.
Een hond, heel wat kippen en een paar hanen verder.
Kinderen stevig op eigen benen.
Het huis is nu samen onze schuld.
En het leven is goed.