Kippen in het donker reageren niet of nauwelijks op prikkels. In combinatie met een openstaand kippenhok betekende dat vorig jaar een vos vijf McChicken bestelde en meteen meenam. Dat was het einde van onze hollandse krielen.
Om eerlijk te zijn misten we de kippen absoluut maar om de haan hebben we geen moment gerouwd – het betekende alleen dat we weer rustig, zonder bewaking van de hond, door de tuin konden lopen. Want waar of wanneer het precies fout is gegaan weten we niet maar op een bepaald moment had de haan ons de oorlog verklaard en er was niets dat die kleine hanenhersens op een ander idee kon brengen. Zodra je in de buurt kwam viel hij aan en zo kriel als hij was, zijn snavel en sporen waren scherp.
De enige die hem aankon was de hond. Die greep hem in zijn kladden, duwde hem op de grond en wachtte tot ie weer rustig was. Dan liet ze hem los en mocht hij weer gaan. Zonder hem te beschadigen. OK, misschien alleen zijn ego.
Na de vos hadden we een tijd geen kippen en dat was kaal. Geen gescharrel, geen eitjes. Alhoewel ze die eitjes zo goed wisten te verstoppen in de tuin dat we ze altijd te laat vonden.
Van een collega kregen we drie kuikens: zwart wit getoepte Brabanters. Twee hennen en een haan. Waarschijnlijk. Van vrienden mochten we twee kipjes meenemen uit hun collectie van gemengde krielen. Mooie zwarte kipjes. Het samenvoegen van de twee soorten gaf geen probleem en ze scharrelden samen gezellig rond.
Het duurde een tijdje tot duidelijk werd dat de Brabanters twee hanen en een hen bleken te zijn. Bij deze soort lijken die nogal op elkaar. De hen kreeg last van een soort vallende ziekte maar leek daar niet echt mee te zitten. Toch lag ze op een ochtend dood in het hok.
Nu scharrelt dit clubje gezellig door de tuin: twee slimme, glanzende kipjes die bijna iedere dag keurig een ei leggen in het legkastje. En twee wat dommige maar wel prachtig uitgedoste hanen.


Alle vier tegelijk op de foto is (nog) niet gelukt.