Posts Tagged ‘Den Dolder’

h1

Tuut, tuut, terug naar de natuur

13/10/2014

In de jaren tachtig was Den Dolder wereldberoemd dankzij de reclame van een lokale onderneming: Overtoom. ‘Tuut, tuut, dat is snel – het lijkt Overtoom wel!’

Telefonisch bestellen en de vrachtwagen al voor de deur horen stoppen voordat je de hoorn had neergelegd – een leveringstijd waar de snelste webshops vandaag de dag nog niet aan kunnen tippen.

Overtoom was gevestigd bij ons aan het eind van de straat – logistiek en buurttechnisch niet ideaal met de toenemende hoeveelheid vrachtwagens die door de woonstraten heen moest. In 2003 verhuisde het bedrijf dan ook naar de andere kant van de provinciale weg, naar het industrieterrein De Eland. Nog steeds in Den Dolder, dat wel.

Het oude kantoor en magazijn werd afgebroken, de grond gesaneerd en een bouwplan gemaakt door een ontwikkelaar. Er zou ruimte moeten zijn voor pakweg 65 appartementen en woningen maar de markt bepaalde anders. Het bord met de aankondiging van de bouwplannen hield het een jaar vol maar verdween.

Intussen bleef het terrein leeg. Nou ja, leeg? De natuur greep voorzichtig haar kans. Gras, planten en bomen wilden het wel proberen. Het was een mooi stukje om even een relatief klein rondje met de hond te doen. Het begon een beetje op een Engelse ‘common’ te lijken, een leeg stuk grond in de buurt van iedereen en van niemand.
Een paar buurtbewoners maakten er misbruik van en stortten er tuinafval. Daar werd over geklaagd en dat resulteerde in een hek.

Nu, zo’n tien jaar na het vertrek van Overtoom wacht het braakliggende stuk grond tot er eindelijk gestart gaat worden met de aanleg van het fietstunneltje en de uitvoering van een aangepast bouwplan met wat minder woningen.
Nog even en er is een kapvergunning nodig om aan de gang te gaan.

Langs het hek staat nu een berkenbosje, langs het spoor staan de uit de kluiten gewassen coniferen van vroeger nog.

IMG_3379IMG_3382

Verderop langs het spoor vormen de sparren ook lanzamerhand een bosje met hier en daar een hollandse eik.

IMG_3376 IMG_3386IMG_3374

Een paar pollen hei.

IMG_3381 IMG_3385

En kleine juweeltjes zoals deze zwammetjes en mooie paarse bloemetjes.

IMG_3373IMG_3380

IMG_3384

Als het goed is kunnen we er nog even, stiekem, van genieten.

h1

De twaalf in de klok

28/08/2014

Zittend achter mijn bureau voel ik dat er naar me gekeken wordt, van links beneden. Ik draai mijn hoofd en zie dit:

IMG_3012

 

Ik kijk op de klok en zie dat het twintig minuten over elf is. Ik kijk weer naar links naast mij en nu ligt er ook een voorpoot op mijn arm.
Twintig over elf is tien voor half twaalf. En half twaalf is bijna twaalf uur. Dat is praktisch tussen de middag en dus is het tijd voor een rondje door het bos om de hoek.
Vindt Zeska.

Ze kent de woorden bos, uit, rondje en lopen. Het woord ‘straks’ weigert ze op te nemen in haar vocabulaire. Ze kijkt me nog eens indringend aan, rent vast de trap af, komt weer terug, gaat nog eens naar beneden en ik hoor de klapdeur naar het halletje. Het blijft even stil maar na een paar minuten dringt het tot haar door dat ik het nog steeds niet heb begrepen. Ze neemt weer de trap en springt enthousiast tegen me op.

‘Nee’, zeg ik en ze kijkt me licht verbijsterd aan. Nee? De twaalf zit in de klok, ze heeft een briljant idee en ik zeg nee? Ze wil en kan het gewoon niet geloven.
Wat een hondenleven.

h1

De leercurve van een kip

15/07/2013

Het gaat goed met ons kuiken, dank u. Het groeit met de dag en slaapt al enige tijd samen met moeder op de hoge stok. Achterstevoren en nog klem onder moeders vleugel tegen het vallen.

Image 15-07-13 at 21.58
Of het een haantje is of een hennetje blijft nog even de vraag. We hopen op het laatste want dat betekent dat we geen lastige keuze hoeven te maken. Er zijn een hoop discussies in de doorzonwoning maar dat twee hanen teveel van het goede is, daar zijn we het geheel over eens.

Intussen leert de kleine er iedere dag weer wat bij. Gisteren scharrelde het hele stel bij de buurvrouw toen ik wat voer strooide. Twee kippen en een haan stonden al snel te foerageren aan onze kant van het hek. Het kuiken was niet te zien maar wel te horen, een hoog gepiep kwam achter de struiken vandaan. Opeens zag ik een koppie door het gaas: uiterst verbaasd dat het niet meer zoals een paar dagen eerder erdoor kon stappen. Ook een tweede keer niet. Of een derde keer.

Uiteindelijk kwam zijn moeder hem halen. Of haar natuurlijk. Weer wat geleerd.

foto

h1

Niet alleen

10/07/2013

Lang geleden gaf ik mij op om vrijwilligerswerk te doen en dat bracht mij bij een oudere dame waar ik nu al bijna negen jaar iedere zondagochtend bij op de koffie kom.
In die loop der jaren is de relatie hechter geworden, ook omdat haar man overleden is, ze geen kinderen heeft en verder weinig familie. Ze is wat wij thuis zijn gaan noemen: ‘mijn bejaarde’ en is nu negentig jaar oud.

Een paar jaar terug heb ik haar beloofd om alles te regelen als zij komt te overlijden. Formeel is dat onlangs keurig vastgelegd bij de notaris. Voor de begrafenis had ik Mieke al eens gevraagd of het bedrag wat er was gereserveerd voldoende was en of mijn bejaarde op het Stille Hofje zou mogen komen te liggen. Op allebei de vragen was het antwoord gelukkig ‘ja’. Mieke is  dorpsgenote, uitvaartonderneemster en betrokken bij het beheer van onze plaatselijke begraafplaats.

Afgelopen week zijn we samen bij de oude dame op bezoek geweest zodat Mieke alvast weet wat haar wensen zijn.

Het vertrouwen dat ik heb in Mieke is weer eens bevestigd. Met de juiste toon, de juiste vragen en de juiste suggesties heeft ze ons allebei het gevoel gegeven dat alles straks goed komt. ‘Mijn bejaarde’ weet dat ze thuis kan blijven of zo snel mogelijk thuis gebracht wordt – zo min mogelijk ziekenhuis, daar heeft ze in haar leven al genoeg in gelegen. Dat de muziek gedraaid wordt waar ze zo van houdt, de juiste tekst op de kaart komt en zelfs de dominee komt binnenkort bij haar langs voor een praatje.

En ik, ik weet nu dat ik het straks niet alleen hoef te doen en dat is nu al een pak van mijn hart. Meer dan ik had gedacht.
Een gesprek waarvan ik dacht dat het vooral voor ‘mijn bejaarde’ zou zijn blijkt voor mij al minstens zo waardevol.

Mieke: dank je wel. Voor wat je al gedaan hebt en nog voor ons gaat doen. Later.

schaduwen

h1

Zingen op het kerkhof

14/01/2013

De laatste keer dat ik op een begrafenis was moet 1988 geweest zijn. In mijn familie en omgeving wordt de voorkeur gegeven aan crematies.
Op begraafplaatsen heb ik dan ook niet veel te zoeken maar er zijn er twee die mij desondanks na aan het hart liggen.

In Den Dolder is er het Stille Hofje, de dorpsbegraafplaats die een aantal jaren geleden weer in ere hersteld is. De ingang wat verscholen tussen de huizen en gelegen aan de rand van het bos past het precies bij het dorp. Klein, overzichtelijk, door vrijwilligers beheerd en onderhouden.

De andere ligt in de Italiaanse Alpen, in Süd Tirol. Het dorpje ligt halverwege de berghelling en dat geldt ook voor het kerkhof dat achter de kleine katholieke kerk ligt met een prachtig uitzicht over het dal. De graven keurig geordend, ieder met een uniek smeedijzeren kruis, vaak ook met geëmailleerde portretjes van de overledenen, de naam in witte verf gecalligrafeerd. Alles keurig verzorgd, geen onkruidje te bekennen, overal bloeiende planten, bij verschillende graven brandende kaarsen. Aan alle kanten straalt de zorg en liefde er vanaf.

IMG_1698

IMG_1700

Zaterdag was ik op een speciale informatiebijeenkomst voor raadsleden op de Algemene Begraafplaats van Zeist waar ik nog niet eerder was geweest. De eerste indruk was strak en verzorgd, de parkeerplaats met grind en een aula met prachtig uitzicht op een parkachtige tuin.
Tijdens de rondleiding later op de ochtend werd ik blij verrast door de bosachtige omgeving en de natuurlijke inrichting. Kronkelende paden tussen de bomen afgewisseld met meer open doorgangen.
Oude en nieuwere graven wisselden elkaar af. Opeens viel mijn oog op een apart rond monumentje in het gras en las ik de naam.
Harry Bannink.
De man van al die mooie liedjes, onder andere van de door mij grijs gedraaide Ja Zuster, Nee Zuster-platen. En samen met collega Renée zong ik midden op het kerkhof één van zijn vele liedjes.

foto

Na afloop vertelde ik aan een andere raadscollega dat ik verrast was dat Harry Bannink hier lag. Hij keek mij wat niet begrijpend aan want die naam kende hij niet. Hij is vierentwintig.
Mijn eigen kinderen van dezelfde leeftijd kennen Harry Bannink gelukkig wel. Zij krijgen dan visioenen van opruimen en schoonmaken, dat dan weer wel.

h1

Oogsten wat je zaait

12/08/2012

Ooit, lang geleden, hadden een vriendin en ik samen een moestuin. Eten uit eigen tuin, dat leek ons wel wat en we schreven ons in voor een volkstuin. Het volgende seizoen kregen we een stuk van tien bij tien meter toegewezen en daar stonden we dan op dat kale lapje grond. Waar moesten we beginnen?

Eerst maar spitten, omkruidvrij maken, paadjes stampen en vakken maken. Bij de buren zag dat er vrij eenvoudig, netjes en overzichtelijk uit. Bij ons is het nooit helemaal egaal geworden, de paadjes waren hobbelig, de bedden liepen schuin weg, helemaal onkruidvrij bleek een illusie en gevoelsmatig werd de tuin steeds groter. Maar goed, we waren beginners. Wat de oude, fulltimevolkstuinmannetjes er zeker niet van weerhield om ongevraagd advies te geven en vooral ook zeer kritisch kijkend tot aan hoofdschuddend langs te lopen.

Tegen de tijd dat om ons heen de plantjes al vrolijk boven de grond stonden waren wij toe aan zaaien.  En dan blijkt zo’n volkstuin nog weer groter dan je al dacht bij het spitten.

Optimistisch werden het rijen sperziebonen en courgettes. Die kan ik me in ieder geval nog herinneren. Ongetwijfeld stonden er ook uien, aardappels en aardbeien. Maar het zijn vooral de sperziebonen en courgettes die me bijstaan vanwege de overvloedige oogst. Emmers en emmers sperziebonen. Een eindeloze hoeveelheid courgettes. Het was plukken, schoonmaken, blancheren en invriezen geblazen.
En weer werd de tuin nog groter dan we dachten. Ook qua wieden trouwens, er kwam geen einde aan.

En waar we stiekem op de hulp van de kinderen hadden gerekend bleek het animo van gemiddeld vierjarigen om mee te werken zeer beperkt.

In mijn herinnering is het ook gebleven bij dat ene seizoen. De Huizer volkstuinmannetjes zal het niet verbaasd hebben, die ‘wichies’ hadden er duidelijk geen verstand van.

Toch bleef het eten uit eigen tuin trekken maar dan wel dichter bij huis en beperkter. Sperziebonen tegen de schutting, aardappelen in de achtertuin of aardbeien in een pot.
Ook hier in de tuin van de doorzonwoning doe ik af en toe een poging hoewel een bosachtige tuin met veel schaduw een flinke uitdaging is. Vorig jaar deden de tomaten het aardig maar de pastinaken bleven in de bovenste vijf centimeter grond hangen. De kapucijners waren heerlijk, de prei kwijnde weg in de  schaduw.

Dit jaar werden het snijbonen tegen de schutting en aardappelen in het stukje tuin. Van beiden verschillende bijzondere soorten. De uitdrukking ‘rare snijboon’ gaat ook op voor onze planten want slechts een kleine selectie heeft echt gered. Maar: verse, rauwe bonen zijn heerlijk!

En vandaag was het aardappeloogst. Edgecote, Mayan Gold: rode, gele en roodgele piepers. Geen gigantische hoeveelheden maar wel zelf gepoot, begieterd en geoogst.

Nog leuker: diezelfde aardappels leverde weer een leuk contact op.  Er waren pootaardappels over en via Twitter kwamen ze terecht bij @loestortike, voor haar vader. We volgen elkaar nu, spraken al eens af en spellen samen Ruzzle.

Wie zaait, die oogst. I love it!

h1

Papieren

18/07/2012

We zitten aan de eettafel met de financieel adviseur. Het gaat over het huis dat straks ook een beetje mijn huis wordt. Het gaat over Box 1 en Box 3, over bruto en netto, over hypotheekgarantie en potjes. En over papieren, heel veel papieren.

Ik zoek, scan en print jaaropgaves, verklaringen, saldi en overzichten.
We tekenen en paraferen tientallen pagina’s.

Acht jaar geleden verhuisde ik naar de doorzonwoning. De man des huizes had deze net met pijn en moeite opnieuw gefinancieerd na een scheiding en stond niet te springen dat allemaal weer over te doen. Mij interesseerde het formele eigendom niet veel. Mochten we ooit uit elkaar gaan dan zocht ik zelf wel weer nieuw onderdak. Ik bedong alleen het recht om dan tot die tijd in het kippenhok te kunnen gaan wonen.

Maar nu was het tijd om de financiering opnieuw te bekijken en na acht jaar is het logisch om de lusten en de lasten van het huis ook officieel eerlijk samen te delen.
En dus worstel ik mij door alle papieren rompslomp heen. Want diep van binnen vind ik het wel gaaf om na mijn hele leven te hebben ingewoond, gehuurd en ingewoond nu echt eigenaar te worden. Al is het maar van een hypotheekschuld.

h1

Serious jeu de boules

20/05/2012


Jeu de Boules is een serieuze bezigheid, daar had ik me toch een beetje op verkeken. In het kader van 100 jaar Den Dolder waren er afgelopen week een aantal sporttoernooien en omdat mijn vader zeer regelmatig boult schreef ik ons samen in.

Mijn vader speelt twee keer in de week, het is een clubje senioren (tusssen de 62 en 93 jaar) en het speelterrein is het plantsoen naast het oude gemeentehuis in Huizen. Af en toe doen ze een toernooitje, met prijsjes.

In Den Dolder is Jeu de Boules een onderdeel van sportvereniging DOSC. Er is een buitenbaan en een binnenbaan. Er wordt competitie gespeeld tegen andere verenigingen. Er zijn scoreborden en gooihoepels. Geen idee of dat laatste een goed woord is maar waar je op de camping in Frankrijk met de punt van je schoen een streep trekt zodat iedereen vanaf dezelfde plek gooit, daar hebben ze hier een mooie rode hoepel.

Het was vrijdagavond volle bak bij DOSC en vanwege de twijfelachtige weersomstandigheden speelden we op de binnenbaan. Een prachtige hal met een soort gravel en verdeeld in 16 banen. De organisatie had er voor gekozen om ervaren jeu de boulers van de vereniging te mengen met de amateurs, beginners en andere minder geoefenden.
Er werden nummertjes getrokken en het lot bepaalde baan, teamgenoot en tegenstanders. Mijn vader en ik werden gesplitst. En ik had nog wel zo gerekend op de steun van zijn ervaring en kunde!

Maar in een rap tempo werd ik ingewijd in de spelregels, de puntentelling, de tactiek en de techniek.
Na drie potjes sprak ik geroutineerd over “we liggen op twee punten”, “dat wordt een kwestie van ketsen” en “wordt het plaatsen of rollen?”.
Voor een groot deel was dat theoretisch want ik kon vroeger al belabberd gooien en in de loop der jaren is dat niet veel beter geworden. Gelukkig is er nog zoiets als geluk, mazzel en uitstekende teamgenoten die de boel konden repareren. In de praktijk werden de meeste punten dan ook niet dankzij maar vooral ondanks mij gescoord.

En hoe gezellig het ook was om mee te mogen doen: kijken blijft nog leuker.
De zeer serieuze discussies over de positie van ballen, de meetlintjes, het nonchalant wegwerken van een kuiltje in het gravel en het achter de rug houden van de ballen zodat de tegenstander goed moet tellen om te weten hoeveel er nog in het spel zijn.

Wat dus eigenlijk mist bij DOSC is een terras waar je in de schaduw van de plantanen onder het genot van een glaasje rustig de beste stuurlui aan wal kan zijn.

h1

Betablokker

13/05/2012

Op de middelbare school begon de classificatie: de keuze van het vakkenpakket. En voor mijn gevoel was het vooral of je geschikt was voor Beta of niet. Wiskunde, scheikunde, natuurkunde en, vooruit, biologie: dat waren de vakken die telden. Al het andere was geen Beta en daarmee in feite B-keus.
Stapels boeken lezen, begrip krijgen van de machtsverhoudingen in de wereld, begrijpen wat de invloed is van de plek waar je woont op je manier van leven en niveau van welvaart: allemaal leuk maar echt serieus is het natuurlijk niet.

Cijfers moeten er aan te pas komen, berekeningen, abstracte begrippen, apparaten, proefjes en meetinstrumenten. En nee, jaartallen tellen niet mee als cijfers in deze context.

Mijn hersens zijn niet ingericht op de extreme logica van de beta’s. Mijn terrein is communicatie en taal, psychologie en sociologie. Ik wil weten hoe mensen met elkaar omgaan en waarom ze doen wat ze doen. Ik wantrouw statistieken en economische modellen: gedrag en emotie zijn lastig te vatten in een tabelletje.

Desondanks deel ik met veel liefde het leven met een beta en woonden we samen afgelopen vrijdag een lezing bij over wiskunde. Spreker was onze straatgenoot Frits Beukers, in het dagelijks leven hoogleraar theoretische wiskunde aan de Universiteit van Utrecht.
Hij vertelde wat wiskunde niet is en wat het wel is. Hij vertelde over de schoonheid van priemgetallen en het nut dat ze hebben voor internetbankieren.

En ik kon hem wonderwel volgen. Tot het voorbeeld van de slak op het elastiek.

De slak kruipt 10 cm per minuut in de richting van de sla. Maar iedere minuut trek je het elastiek een meter verder uit. De vraag is of de slak de sla haalt.

Het wiskundige antwoord is ‘ja’ en de slak doet er dan ruim 60.000 minuten over.
Mijn alfa-hersenen snappen daar niets van. Ik zie slakken van touwtjes afvallen, sla verleppen, elastieken breken en ik vraag me af of een slak niet verhongert na 60.000 minuten = 1000 uur = bijna 42 dagen.
Voor een wiskundige geheel irrelevante vragen en gedachten.
En ik zie opeens weer de licht wanhopige blik voor me van mijn docenten op de middelbare school. Ik snapte weinig van hun gedachtengang en zij nog minder van de mijne.

Ik heb inderdaad veel plezier beleefd aan mijn keuze voor het pretpakket. Mijn docenten ook.

h1

Den Dolder in één foto

16/04/2012


Zaterdag, brandweerwedstrijden. Een mix van brandweermensen in uniform, brandweermensen zonder uniform, inwoners zonder uniform en in ieder geval één inwoner met uniform.
Op zijn fiets, met uniformjasje en pet op. Serieus maar toch genietend, vooral van de antieke brandweerwagens. Blij met de groet hier en daar van de ‘echte’ brandweermensen.
Een man met een verhaal, dat kan niet anders.

Voor mij Den Dolder in een notendop.
Mooi dorp.