Dinsdag 25 maart 2014 nam ik officieel afscheid van de gemeenteraad van Zeist. Ik mocht nog één keertje achter het spreekgestoelte.
Thuis hadden we een oud prentenboek: Hansje in Bessenland. Het gaat over een jongetje dat zijn moeder wil verrassen met een mandje bessen. Hij wordt betoverd en komt terecht in Bessenland, een voor hem vreemde, wonderlijke en vriendelijke wereld.
Vier jaren geleden kwam ik als een moderne Hansje in het bessenland van de gemeenteraad. Ook ik had goede bedoelingen – ik wilde me kunnen bemoeien met de manier waarop de gemeente zich met onze omgeving bemoeit – zowel qua ruimtelijke inrichting (ik kom tenslotte uit Den Dolder) als qua zorg.
Vol verwondering kwam ik in een omgeving waar inwoners opeens burgers heten, waar woorden als kaders niet bij een schilderij horen, muntjes heel wat meer geld is dan een paar dubbeltjes, een portefeuillehouder over meer dan alleen geld gaat en het seniorenconvent niet hetzelfde is als een bejaardensoos.
Ik leerde over moties vreemd aan de orde van de dag en ergerde mij soms (OK, regelmatig) aan haantjesgedrag.
Hansje keerde uiteindelijk terug uit Bessenland met manden vol bosbessen voor zijn moeder. Ik hou aan mijn vier jaar hier in de gemeenteraad een hele verzameling goede herinneringen over. En dan vooral aan alle leuke, enthousiaste en betrokken mensen die ik heb leren kennen – de raadsleden, fractieassistenten, griffiemedewerkers, wethouders, burgemeester, ambtenaren, gastheren en – vrouwen, de journalisten, de insprekers – kortom de vaste en minder vaste leden van de ‘avondploeg’.
Ik wens de blijvers en nieuwkomers in deze raad evenveel plezier en goede herinneringen. Maar vooral wens ik jullie het vermogen om af en toe afstand te nemen van de vaste gewoontes, het jargon en de waan van de dag. Om alles te kunnen bekijken vanuit de optiek van onze klanten: de inwoners, organisaties en bedrijven van Zeist.
Om even te zijn als Hansje in Bessenland.
Ik dank jullie wel en het ga jullie goed.