Posts Tagged ‘2013’

h1

Kantoortuin

10/04/2014

Een groot deel van de dag zit ik achter mijn laptop. Tussen het tikken, mailen en twitteren door kijk ik vaak over het scherm heen naar buiten, de tuin in.

De tuin die we vorig jaar helemaal hebben laten opknappen. De oude grindtegels met onhandige op- en afstapjes werden vervangen door mooi klinkertjes maar kregen ze een tweede leven als muurtje langs een aantal opgehoogde borders. De vijver werd verplaatst en aanzienlijk vergroot, oude uit de kluiten gegroeide planten verwijderd, een paar mooie struiken goed gesnoeid en er kwam een nieuwe schutting.

En heel veel nieuwe planten. In plaats van één keer per jaar te genieten bloeiende gele struiken zouden we het hele jaar omringd worden door een groot scala aan bloeiende bodembedekkers, planten, struikjes, struiken en boompjes. Kruiwagens vol werden begin oktober de tuin ingereden en op hun plaats gezet. En zo veel als het leek in die kruiwagens, eenmaal geplant zag het er nog knap kalig uit.

Natuurlijk wisten we dat het allemaal nog moest gaan groeien. Sommige planten doken voor de winter onder, andere bleven dapper met wat groene blaadjes en kale steeltjes boven de grond. Een enkeling toonde zelfs al wat bloemetjes. De grote jongens in de tuin – de drie eiken, de gouden regen en de krent – lieten hun bladeren vallen en het werd nog een beetje kaler. Het werd steeds moeilijker om ons voor te stellen hoe het er straks in alle pracht en glorie uit zou komen te zien.

Maar de afgelopen maanden werd het warmer en de bovenblijvers toonden nieuwe, frisse blaadjes. In maart kwamen de nieuwe en de oude bolletjes op – zoals sneeuwklokjes die het verhuisbericht niet gekregen hadden en opeens midden in een nieuw pad bleken te staan.

Genietend van het al het nieuwe groen worden we nu iedere dag verrast door nieuwe planten die opeens boven komen. Voorlopig staan alleen zevenblad en gras op de verwijderlijst, van de rest hebben we vaak geen idee of het een ‘goeie’ of ‘foute’ is.

Ter vergelijking. De oude tuin. De hoek links van de eiken is helemaal volgegroeid en onbegaanbaar.

IMG_1474

De tuin, vers na de metamorfose. Nieuwe bestrating, een pracht van een vijver, een verse, stevige schutting en nieuwe (aarden) paadjes. In de perken overal nieuwe, onwennige planten die hun draai nog moeten vinden.

IMG_1978

En zo zag het er gisteren uit. De planten vinden hun plek, de vijver wordt al weer bewoond door salamanders. En natuurlijk helpt het ook dat de ‘grote jongens’ weer langzaam in blad komen.

IMG_2186

Met zo’n kantoortuin wil toch iedereen thuiswerker worden?

h1

Engelen

28/12/2013

kerstengel

Het kerstboompje met lichtjes had ze nog niet staan – ze had er niet zo’n zin in dit jaar. Iets doorvragend bleek het vooral opzien tegen de moeite om de spulletjes tevoorschijn te halen, een klusje dat ze fysiek niet meer aan kan.

Zittend op bed wijst ze aan waar alles ligt en samen zoeken we uit welke spulletjes ze neer wil zetten. Zo komt het boompje met lichtjes op het bijzettafeltje, de zilveren slingers leg ik ernaast zodat ze die er later zelf in kan hangen.
Hele oude sneeuwmannetjes komen tussen de wedgewood vaasjes in de grote kast, een setje van drie engeltje belandt op de televisie en de kerstkrans hangt aan zijn vertrouwde haakje aan de muur.
En zo is ze toch weer klaar voor haar een-en-negentigte kerstfeest.

De zondag voor kerst kom ik zoals altijd op de koffie. De slingers hangen inderdaad in het boompje en op tafel ligt het kerstkleed. De waxinelichtjes branden, de stapel gebruikte lucifers in de keuken verraadt dat dit niet eenvoudig is geweest met haar artritishanden en slechte ogen. Maar ze staan.

Als we aan de koffie zitten vertelt ze dat ze zo iets raars heeft meegemaakt: de televisie deed het niet. Althans: die bleef hangen op Net 1. Wat ze ook probeerde met de afstandsbediening, er gebeurde niets. Drie kwartier lang was ze er mee bezig geweest. Nieuwe batterijen hielpen niet. De TV uitzetten en weer aan – ook niet. Ze probeerde dat nog een keer en ja hoor, opeens werkte alles weer.

En ze had ook al uitgedokterd hoe het kwam: de engeltjes. Die stonden voor het kastje van Ziggo, precies voor het infraroodschermpje van de afstandsbediening. De bengeltjes.

h1

Het voordeel(tje) van een lange file

08/12/2013

Tussen ons en de jaarlijkse vakantie in Italië zitten zo’n 1100 kilometer en bij voorkeur overbruggen we die afstand zo snel mogelijk. Sinds de komst van de TomTom is dat nog erger geworden: zodra het doel is ingesteld staat er ook meteen een aankomsttijd bij die rekening houdt met gemiddelde snelheden en niet met pauzes. We verheugen ons dan ook iedere keer op het nieuwe stukje snelweg ergens in het zuiden van Duitsland dat onze TomTom nog niet kent want daar winnen we dan opeens twintig minuten mee.

Wegwerkzaamheden, regen en files zijn factoren waar TomTom ook geen idee van heeft. Dit jaar kwamen we onverwachts in een file terecht in Oostenrijk. Lang stilstaan, stapvoets, opeens even op volle snelheid en dan weer stilstaan. Achteraf kwam het allemaal door een klein stukje wegwerkzaamheden met verkeersregelaars waar beide kanten keurig om de beurt mochten passeren. Dat de file aan de ene kant om de bocht heel veel korter was dan aan de andere kant: daar hadden ze duidelijk geen idee van. Waar vanuit het zuiden de wachttijd hooguit een minuut of tien was, betekende het voor ons bijna twee uur vertraging.

Het had toch één voordeel: we zagen zo een hele bijzondere auto. In eerste instantie leek het een wat ruig uitgevallen bestickering maar bij nader inzien was het echt een speciaal geval. Door deze kleurstelling verdwijnt de diepte kon je absoluut niet zien om wat voor merk of model het ging: een testmodel van waarschijnlijk BMW of Audi. Was de file er niet geweest dan ook deze foto niet. Elk nadeel heeft met wat zoeken best wel een voordeel.

IMG_1422

h1

Op bezoek

08/10/2013

Vrijdag 4 oktober: dit jaar een ongelukkig samenvallen van Dierendag en Nationale Ouderendag. De hond is gelukkig tevreden met een paar extra koekjes zodat ik wat tijd kan besteden aan het vervullen van een wens van een oudere.

Het is een lieve mevrouw in een rolstoel die ik ophaal bij wooncentrum De Looborch. Zij wil graag naar het graf van haar man. Op mijn vraag of dat op de Algemene Zeister Begraafplaats is schrikt de vrijwilligster even. “Het zal toch wel? Is er nog een andere begraafplaats dan?”
De mevrouw zelf lijkt het ook niet zo te weten. Het gaat een interessante middag worden.
Maar de zon schijnt en we hebben in ieder geval een mooi uitje.

Blij stapt ze in mijn auto maar niet na bewonderend opgemerkt te hebben dat ‘het een prachtige wagen’ is. Ik beaam het van harte.
“Heeft u die al lang?”
“Een jaartje”, antwoord ik.

Ik klap de rolstoel op en stop deze achter in de auto.
“Dus u wilt graag naar het graf van uw man?”, vraag ik.
“Kan dat?”, vraagt ze verbaasd en ontroerd.

We gaan op weg en ik vraag of ik mag weten hoe oud ze is.
“Oh, dat weet ik eigenlijk niet. Negenendertig?”
Ik geef aan dat me dat wat aan de jonge kant lijkt.
“Ik ben in 1931 geboren”, meldt ze opgelucht.
“Dan bent u 82, dat is een mooie leeftijd!”
Ze kijkt duidelijk verrast en een beetje ongelovig.

We draaien de parkeerplaats van de Zeister Begraafplaats op waar het uitermate druk. Overal staan mensen om zich te verzamelen voor een uitvaart.
De rolstoel komt uit de achterbak en ik duw haar richting ingang.
“Weet u waar het graf van uw man is?, vraag ik tegen beter weten in. Ze weet het niet.
Ik vertrouw maar op de medewerkers van de begraafplaats en ben blij verrast met de aanwezigheid van een touch screen.
Ik tik de naam in en keurig verschijnen zijn geboortedatum, sterfdatum en ligplaats, inclusief plattegrond en looproute. Met een druk op de knop krijgen we zelfs een afdruk.
Mijn oude dame houdt het papier goed vast en we gaan op weg. Intussen leest zij steeds weer opnieuw zijn naam en de beide data.

Onderweg heeft ze me al verteld dat hij uit Polen kwam. Beiden werkten ze in de Gero-fabriek: zij op kantoor en hij in de fabriek – maar dat was niet erg. Ze trouwden en kregen geen kinderen, wel veel neven en nichten. Ze gingen ook vaak naar Polen, naar de familie. Inclusief smokkelwaar en dat was soms best spannend.

Intussen rijden we over het pad verder de begraafplaats op.
“Wat is het hier groot, hè? Hoeveel mensen zouden hier liggen?”
Ik schat een paar duizend en ze knikt.

Na even zoeken vinden we het paadje 1995 en het goede graf. Het ligt er nog mooi bij: een grote roze-zwarte marmeren liggende plaat met een staande hoofdsteun. Ze leest de tekst ‘hij is nu thuis’. Opnieuw en opnieuw. Er is zelfs een bijpassende vaas met verweerde kunstrozen die ik wat netter neer zet terwijl ze goedkeurend toekijkt. Op haar aanwijzing veeg ik wat dennennaalden en blaadjes van de steen.
“Wat jammer dat we geen fototoestel bij ons hebben”, verzucht ze.
Ik pak mijn telefoon en vertel haar dat ik daar mooie foto’s mee kan maken.
“Oh, wat fijn.” En ze pinkt een traantje weg.
Haar ogen dwalen af naar een steen verder op. Aan haar ogen mankeert weinig en ze kan de namen prima lezen. “Die heb ik ook gekend. En die ook”, constateert ze.
Dan leest ze weer “Hij is nu thuis”. “Toch jammer dat we geen foto kunnen maken.”
“Oh, maar dat kan wel hoor, kijk met dit apparaatje maak ik foto’s en ik zorg dat u een afdruk krijgt.”
“Echt? Wat fijn!”.
IMG_1553
We lopen nog een klein rondje in de buurt en ze geeft aan nog meer namen te herkennen. Nog één keer lopen we langs haar man. ‘Hij is nu thuis’ leest ze opnieuw en betreurt ook weer opnieuw dat ze geen foto kan maken. En is weer even blij verrast dat ik dat toch voor elkaar kan krijgen.
De plattegrond stop ik in haar tas voor later.

Bij de auto merkt ze op dat het een prachtige wagen is en vraagt hoe lang ik die al heb. “Een jaartje”, zeg ik en ze knikt goedkeurend, dat dacht ze al.

Na een korte stop voor koffie en appelgebak bij het Jagershuys lever ik haar weer netjes af in De Looborch. Vol trots laat ze me haar afdeling zien en het verbaast me niet dat daar een slot met code op de deur zit.
Ik beloof de foto’s toe te sturen, neem afscheid en krijg twee dikke zoenen.

Een wens vervullen is soms zo eenvoudig.
Volgend jaar zeker weer.

h1

Stigma

31/07/2013

Mijn hoofd zit vol gedachten, flarden van zinnen, mooie woorden en associaties. Iedere dag levert weer nieuwe beelden, verhalen en gedachtes op. Iedere dag dwarrelen ze langzaam naar beneden. Indrukken bezinken, scherpe randjes slijten, informatie blijft soms hangen of zakt ver weg.
Maar geef me een woord en er vormen zich automatisch verbanden en verhalen. Via Twitter vroeg ik om woorden om mij op weg te helpen, de eerste is van @nandajansen37: ‘stigma’.

Stigma. Het eerste wat in mij opkomt zijn de verhalen over oude heiligen met stigmata: wonden en littekens die verschijnen op handen en voeten, zoals Jezus die zou hebben opgelopen bij zijn kruisiging. Hoewel mijn leraar geschiedenis er wel subtiel bij vermeldde dat het vaak ging om wonden midden op de hand, net zoals op de kruisbeelden. Terwijl was aangetoond dat in de praktijk waarschijnlijk door de polsen heen werd genageld: dan blijf je namelijk beter hangen.
In ieder geval waren het littekens met een positieve waarde: de dragers stegen er mee in aanzien en het leverde soms zelf een heiligenstatus op.

Maar het stigma van nu heeft een negatieve lading, een soort van stempeltje op je voorhoofd dat maakt dat je minder, anders bent.

stigma
Toevallig was ik gisteren op bezoek bij Totem. Een werkplaats en atelier in Zeist waar mensen mooie dingen maken van alle soorten materialen. Er wordt geboord, gehakt, geschilderd, geboetseerd en glas gesneden. Er wordt koffie gedronken, gerookt, gegrapt en gepraat.
Maar iedereen bij Totem heeft een verhaal, een heftig verhaal. Een verhaal dat vertelt van zorgen, ellende, tegenslag, verkeerde keuzes, verkeerde vrienden. Van opnames om greep te krijgen op de chaos in het hoofd of het misbruik van drugs en alcohol. Of allebei. Totem helpt hen om weer positieve grip te krijgen op het leven, om mooie dingen te maken en vooral om te voelen dat je van waarde bent. Voor jezelf en voor anderen.

“If what people thought of you, what you thought of yourself and who you really are ever met, the three of you wouldn’t recognize each other.”

Ik kan natuurlijk heel filosofisch worden en iets zeggen over hoe ik denk dat een ander denkt over hoe ik over mezelf denk. Of zo. Maar in plaats daarvan ga ik eindelijk de afspraak maken met Nanda om eens samen een kopje koffie te drinken en echt kennis te maken.
Want een stigma is inderdaad een teken, maar dan van onwetendheid en onbekendheid. En daar kan ik op mijn manier iets aan te doen.

h1

Iets van vinden

22/04/2013

Mijn broer en ik, we hebben wat afgeruzied vroeger. Allebei even eigenwijs, allebei geleerd dat het goed is om ergens over na te denken en er iets van te vinden. Het verschil zat vaak in de verwoording, hij was overtuigder van zijn gelijk dan ik. Waar hij zei: “Het is lelijk”,  zei ik: “Dat vind ik niet zo mooi”.
Ik geloof dat hij het verschil niet zo hoorde en zag maar voor mij was die belangrijk. En is het nog steeds.

Mijn mening is ook niet altijd even genuanceerd en aardig maar ik probeer het wel netjes te verwoorden.  Daar kan ik ook niets aan doen, zo ben ik nou eenmaal.

Daarom was mijn eerste reactie op het Koningslied dan ook: “ik vind het niet mooi”. Dat begint al met het feit dat het een lied van ons allemaal moet zijn. En we moeten het allemaal meezingen. En ik hou niet zo van moeten. Maar wij zijn er niet op 30 april dus meezingen is sowieso theoretisch.
Daarnaast hou ik ook niet zo van de Nederlandse musicalmuziek of van Marco Borsato. De kans dat ik blij zou worden van de muziek van dit Koningslied was dan ook erg klein. En ja, de tekst is een beetje vreemd maar dat zijn liedteksten wel vaker.
Mijn gevoel vrijdag bij het horen van het lied was vooral medelijden met de kinderen op alle lagere scholen die geacht worden om het mee te zingen. Ik doe het ze niet voor en niet na.

Maar Nederland telt miljoenen beste stuurlui aan wal, bondscoaches en ander soort beterweters die het kennelijk prettig vinden om luidkeels aan anderen te vertellen wat er niet aan ze deugt. In sterke bewoordingen, soms met persoonlijke bedreigingen. Wedstrijdjes overtreffende trap in zeuren en schofferen.

Gelukkig zag ik vandaag ook dit filmpje. En ik denk, ik vind dat we er allemaal wat van kunnen leren. Van iemand die 108 jaar oud is. Die het vernietigingskamp overleefde. Lachend. Omdat ze ket kwade wel kent maar liever het goede ziet. Omdat ze nog iedere dag uren prachtig piano speelt.
‘Everything is a present.’
Alles is een cadeautje.

Kijken  dus. En stoppen met zeuren over onze nationale cadeaus, liederen, appeltjes en andere franje. Vind ik.

 

 

 

h1

Feestdagenjetlag

04/01/2013

En in één keer is het afgelopen met de feestdagen.
Dan hebben we de zondag voor kerst gehad, de zondagen van kerst zelf, de zondag voor Oud en Nieuw, de zondag van 1 januari. Dan zijn de eten-met-familie-dagen voorbij, net als de verjaardag van opa, de verjaardag van oma, oliebollenavond en skischansspringenkijkenmiddag.

Opeens is het weer woensdag, die dan wel weer aanvoelt als een maandag. De nieuwjaarswensen en nieuwsbrieven beconcurreren elkaar in de Inbox, op de voet gevolgd door uitnodigingen voor nieuwjaarsrecepties en -bijeenkomsten.

Het to-do-lijstje bestaat uit een mengeling van goede voornemens en concrete werkactiviteiten. De koelkast is bijna ontdaan van bijzondere kaasjes, de laatste kerstkransjes zijn opgegeten, de vogels in de tuin werken het restant gekregen appelflappen weg.

De administratie van 2012 is op de post naar de boekhouding. De eerste mails van de griffie over de gemeenteraad zijn al weer binnen. De laatste losse touwtjes van vorig jaar zijn (bijna) vastgeknoopt.

Deze eerste werkweek van drie dagen van het nieuwe jaar voelt als een jetlag. De maandag is een woensdag. Oud en nieuw lopen nog door elkaar. De ene helft van Nederland is al weer aan het werk, de andere helft viert nog vakantie.
Maar vandaag is het vrijdag en het voelt ook als een vrijdag. Het gaat goed komen dit jaar.

h1

Niet zeuren – vooruit één keertje dan

27/12/2012

“Gatver, alweer zo’n positief stukje”, liet de man des huizes zich gisteren ontvallen bij het zien dit weblog.”Even doorlezen naar de laatste zinnen”, antwoordde ik.
“Hè, gelukkig”, zei hij.

rozebril

De man des huizes compenseert mijn soms misschien iets te roze bril. Laten we zeggen dat hij wat kritischer van aard is. Dat levert interessante conversaties op in de doorzonwoning die lang niet altijd eindigen in consensus. Meer in een ‘we agree to disagree’ en dat bevalt ons over het algemeen prima.
Hij ziet de beren op de weg, ik de bloemetjes in de berm. Ik vertrouw op de goedheid van mensen, hij gaat er vanuit dat de auto’s voor hem op de weg bewust langzamer gaan rijden om hem dwars te zitten. Hij slalomt zo snel mogelijk door de AH, langs ouderen en kleine kinderen. Ik vraag hem gewoon even diep adem te halen.
En hij kookt iedere avond, de ene keer uitgebreider dan de andere maar altijd lekker. Ik smeer zijn brood voor tussen de middag.
Het is samen nog steeds vele malen leuker dan apart en dat houden we nog graag even zo.

Dus al hij zich verheugt op een potje zeuren van mijn kant dan wil ik mijn best wel even doen. Voor één keer.

Een lijstje ergernissen van 2012.

1. De ouders van onopgevoede kinderen – ik ben dol op mijn kinderen en vaak op die van een ander. Maar in een land zo vol als het onze mag je verwachten dat in de opvoeding het leren rekening houden met anderen een belangrijke rol speelt. ‘Mijn vrijheid stopt waar die van een ander begint’. Dus ouders: er is niets mis mee om je kinderen te verbieden om te rennen door een supermarkt. Of heel hard en hoog te gillen. Of het normaal te vinden dat automobilisten een hartverzakking krijgen omdat jouw kind zich rücksichtlos met fiets en al op straat stort.

Ik troost me altijd maar met de gedachte dat het ook hier een kleine groep is die een niet te negeren negatief beeld schept. Maar verbieden mag, grenzen stellen moet. Omdat daarmee de wereld voor iedereen leuker wordt.

2. Plastic om tijdschriften – het is vast economisch en/of milieutechnisch verantwoorder maar ik kan de tijdschriften die al dagen lang ongelezen op tafel liggen niet eens meer zo maar weggooien. Eerst moeten de plasticjes eraf voordat de rest in de papierbak mag. De VPRO-gids kwam altijd zonder wikkel of plastic – keurig met de adresgegevens erop gedrukt. Als de VPRO het kan dan kan dat toch ook bij jullie, andere uitgeverijen?

2a. Krakend bioplastic – om tijdschriften van deugende instanties zoals de Triodosbank en D66. En om biologisch fruit en groente. Van dat ongetwijfeld zeer verantwoorde afbreekbaar plastic maar ook onverantwoord veel lawaai makend. Zoveel lawaai makend dat het reden genoeg is om dat soort producten niet meer te kopen. En dat kan toch niet de bedoeling zijn?

3. Klantonvriendelijke ambtenaren – het afgelopen jaar heb ik een aantal keren als ‘burger’ contact gehad met de gemeente Zeist. Nou weet ik vanuit mijn werk als raadslid dat het onderwerp publieksgericht werken hoog op de prioriteitenlijst staat. Er is ook al veel veranderd maar toch zit het bij lange na nog niet in de ‘genen’. Brieven zijn vaak nog steeds erg geschreven vanuit de zender in plaats van de ontvanger en ze geven het gevoel dat juridisch indekken erg belangrijk is.
Bij een bezoek aan de Publiekshal vindt de receptioniste het nieten van stapeltjes papier belangrijker dan bezoek verwelkomen. Zelfs een ‘ik kom zo bij u’ kan er niet vanaf. Bij het maken van afspraak via de website voor het laten maken een nieuwe identiteitskaart moet je je eerst melden bij het loket Afspraken en dan alsnog wachten tot je aan de beurt bent. Mijn bejaarde dame kon niet zittend geholpen worden aan de lage balie maar moest moeizaam blijven staan bij het loket met het vingerafdrukapparaat.Sowieso zitten de ambtenaren allemaal net wat hoger achter de balie en kijken neer op hun ‘klanten’. Bij het loket dat vol hangt met briefjes dat ik niet mag bellen, niet mag fotograferen en vooral aardig moet zijn. Desondanks verdwijnt mijn verlopen paspoort zonder pardon in de prullenbak zonder dat gevraagd wordt of ik het misschien (ongeldig gemaakt) zou willen bewaren als souvenir.
Er is nog heel veel te leren. De organisatie en het management wil wel. Maar er moeten nog heel wat mentale knoppen om en oogkleppen af.

welkomburger

4. Harde muziek in winkels – Dat ik de doelgroep niet ben van jonge, hippe modezaken neem ik graag aan en dat daar de muziek keihard staat is dan ook nog te begrijpen. Maar ook in winkels waar ze me wel graag mijn geld willen laten besteden lijkt de muziek meer bedoelt voor het (jonge) personeel zelf dan voor de klanten. Ik snap het wel: de winkel is hun werkomgeving en voor hen zal het wel gezellig zijn. Maar ik ben vast niet de enige potentiële klant die zich binnen een minuut weggejaagd voelt. En wie betaalt dan hun salaris?

5. Irritant gebruik van Twitter – daaronder vallen wat mij betreft:
– “Retweet als je ook vindt dat….”
– “Ik wil zo graag meer volgers, waarom lukt dat niet?” – en wat ga je die volgers dan bieden?
– “Retweet en win een laptop/iPad/sticker” – familie van de kettingbrief en de FW.FW.FW.FW-emails van goedbedoelende bejaarden aan hun hele adresboek.
– Een tweet van iemand anders beantwoorden als retweet – de variant “kijk mij eens leuk interessant antwoorden op een opmerking”
– Een leuke/interessante tweet van iemand anders retweeten met een spatie/punt/uitroepteken ervoor, want stel je voor dat je volgers niet in de gaten hebben dat jij degene bent die in de gaten had dat het zo’n leuke/interessante tweet was en het doorgestuurd hebt?
– Bedrijven die alleen maar zenden.
– Interessante, wijsgerige quotes van bekende mensen. OK, af en toe is het leuk maar een paar per dag?
– Mensen die Twitter alleen gebruiken om te roepen wat er niet deugt – in Nederland, in een bedrijf, een winkel, een product. Bij voorkeur met de woorden #fail, #keihardefail en #belachelijk in de tekst. Daarna hoor en zie je ze weer maanden niet.

6. Zeuren over gratis dingen – “If you are not paying for something, chances are you are the merchandise”. We willen van alles voor niets: FaceBook, spelletjes, Twitter, software.  Het mag niets kosten maar moet het wel altijd doen, beter worden en beschikbaar zijn. Niets is voor niets in deze wereld en als je er niet voor betaalt kan je er naar mijn bescheiden mening niet al te veel eisen aan stellen. Tenzij je inderdaad waardevolle merchandise bent natuurlijk door advertenties te bekijken, bij die bedrijven dingen te kopen of gewoon voor producten te betalen.

7. In hokjes duwen en veralgemeniseren – naar mij mening is ieder mens een individu en uniek. Dé vrouw, dé katholiek, dé Surinamer, dé weet-ik-veel bestaat niet. Natuurlijk hebben bepaalde groepen gemeenschappelijke kenmerken maar er zijn altijd, altijd uitzonderingen. Open staan voor correctie van je eerste indruk en voor-oordeel – het levert zo veel leuke contacten  en verhalen op. Praktisch niemand die ik ken past keurig in een hokje. Gelukkig maar.
2013kleur
Dat is meteen mijn wens voor 2013: dat we mensen als individuën blijven zien en behandelen. Dat we ondanks ergernissen en irritaties elkaar positief blijven benaderen. Omdat ik er van overtuigd ben dat je krijgt wat je geeft – wie de wereld negatief benadert krijgt negativiteit terug. En dat is jammer want er is zoveel moois. Als je het wil zien en dat wil ik.
Dus mopper ik maar nooit lang en zoek snel naar het straaltje zon langs de wolken, naar de goudvink in de regen, de taalkronkel tussen de tweets en tel ik wat ik heb en niet wat ik mis.

h1

Het jaar van de macaroni

21/12/2012

2012 was ook het jaar van de macaronimarketing – mijn eigenwijze manier om ZZP-ers op weg te helpen met hun positionering en herkenbaarheid.
De naam komt van een vergelijking de ik voor iemand maakte over wat marketing volgens mij kan betekenen voor zelfstandig professionals. In het schap met pasta staan veel verschillende soorten macaroni die fysiek niet veel van elkaar verschillen: bloem en water opgedroogd in een herkenbaar vormpje. Toch kun je door de manier van verpakken je verkoopverhaal aanpassen op een andere doelgroep.
Een groot en goedkoop pak voor gezinnen of sporters.
Een ‘Jamie-Oliver-versie’ met recept voor de hobbykoks.
De meergranenversie voor de gezonde, verantwoorde eter.
En een versie met verf en lijm voor knutselende kinderen.

Zelfde product, ander verhaal, andere doelgroep. De klant zoekt in het schap naar het product dat het beste bij zijn of haar wens ligt.
En dat moeten we als ZZP-ers ook doen: aansluiten bij de vraag van de klant en herkenbaar zijn als oplossing en antwoord.

Begin dit jaar begon ik met Focusgesprekken – iedere eerste maandag van de maand onder het motto ‘gratis maar niet voor niets’.
Het leverde hele leuke gesprekken op en iedere keer als de sirenes gaan komen de herinneringen weer bovendrijven.
Van de deelnemers kreeg ik in ruil weer feedback die ik mocht gebruiken op mijn website.

In de zomer besloot ik om het niet meer voor niets te doen: het concept had zich bewezen, de waarde ook en daar mag van de deelnemers best wat tegenover staan.

Naast de Focusgesprekken ontstond een groepsversie: eerst als Pasta en de 5P’s voor ZZP-ers en later kortweg als Macaronimarketing.

macaronimarketing

Leuk om te doen maar het werven van deelnemers is zeer intensief – ZZP-ers besteden niet graag geld aan workshops en kijken lang de kat uit de boom. Begrijpelijk. Maar voor mij reden om het anders te doen.
Nu probeer ik het via het Tupperware-model: geïnteresseerden in een workshop kunnen zelf mededeelnemers werven en krijgen per betalende klant zelf een korting. Aanbeveling van iemand die je kent werkt toch altijd het beste.

2013 wordt het jaar van Macaroni en Tupperware – wie doet er mee?

h1

Aftellen naar 2013

19/12/2012

Of is het optellen? In ieder geval is het de tijd van het jaar om eens terug te kijken naar wat geweest is en vooruit te kijken naar wat je hoopt en verwacht dat er komen gaat. Vanaf morgen kijk ik dan ook iedere dag even terug en vooruit.

Tenzij vrijdag de wereld vergaat.

Vanaf morgen de mooie en goede nieuwe ervaringen en herinneringen. Maar ook wat onmacht, irritaties en leermomenten.
Plus allerlei tips, ideeën, suggesties en lijstjes.

Gewoon. Omdat het kan, zo in de laatste 10 dagen van 2012.
Tot morgen.