Het is vandaag moederdag en ik heb wat goed te maken met de mijne (hoi, mam!). Gisteren pakte Zeska iets te gretig een hondenkoekje aan en nam en passant bijna een vingertop mee. Huisartsenpost, eerste hulp – gelukkig niets gebroken, geen hechtingen nodig maar wel een mitella en paracetamol. Mijn keurig nette moeder loopt dus nu even permanent met haar middelvinger omhoog. Wat de man des huizes dan weer zeer kan waarderen.
Al bijna 56 jaar is zij mijn moeder. En volgens mij bevalt ons dat allebei goed. Natuurlijk is mijn opvoeding het resultaat van twee ouders maar ik ben wel van de generatie waar vooral de moeder de veilige thuisbasis vormde en de vader dat aanvulde met de leuke dingen zoals spelletjes, stoeien en buiten spelen.

Mijn moeder las voor, heel veel voor. Gouden boekjes en vooral Annie M.G. Schmidt. Iedere vakantie ging er nieuw boekje mee. Het gedeukte fluitketeltje bijvoorbeeld met de Spree met foeten en de Regenworm uit Sneek. “Luister nooit naar wat je moeder zegt, dan komt het allemaal terecht!”

Zelf las ze ook veel. Mijn liefde voor lezen en de bibliotheek komt dan ook ongetwijfeld van haar. Er lagen altijd wel twee of drie biebboeken naast haar stoel. Konsalik bijvoorbeeld.

Dingen zelf maken, dat komt ook van haar. Verjaarstaarten natuurlijk. Appelmoes. Kleren. Geborduurde kerstkaarten. Mijn indianenjurk voor mijn vijfde verjaardag. Zelf schilderen en behangen. Ze begon met dat soort wonderbehang, dat je door een bak met water moest halen en dan meteen kon opplakken maar later ook met lijm en borstel. De achtertuin van onze kersverse nieuwbouwwoning spitte ze persoonlijk om, zaaide het in met graszaad en liep met plankjes onder de klompen alles netjes plat. Want zo stond het in de boekjes.
Boekjes speelden trouwens ook een grote rol op onze kampeervakanties. De langwerpige ANWB-gids was thuis al uitgeplozen en onderweg las zij voor wat we langs de weg zagen. Mijn vader reed, mijn moeder bepaalde de route. Prima combi.

Toen mijn broer naar school ging pakte ze haar oude werk weer op en ging gymles geven aan basisscholen via de gemeente. Eén dag in de week maar toch hadden we nu een werkende moeder, iets dat redelijk ongewoon was. Zo kwam ze ook terecht bij de Montessorischool in het dorp en dat bleek een prima match. Het systeem bleek prima te passen bij mijn broertje en mij en we stapten over.
Op de Montessorischool gingen ieder jaar alle klassen op kamp naar Epe en daar moest natuurlijk ook gekookt worden. Op de foto hieronder staat in het midden nog oma Rol maar na een paar jaar nam mijn moeder het voor een aantal kampen over. Haar kapucijnertafel met gehaktballetjes is nog steeds beroemd.
Het betekende wel dat ze af en toe een paar dagen van huis was. Wat in de buurt nog bezorgde vragen opriep of mijn vader en wij kinderen (al op de middelbare school) het wel konden redden zonder haar?
Behalve de kampen ontfermde zij zich ook over de schoolbibliotheek: inkopen doen, coderen, plastificeren en vooral ook uitlenen. Met 50 jaar stopte ze met lesgeven maar de de schoolbieb heeft ze nog lang volgehouden.

En zonder mijn moeder geen dieren. Allereerst kwam Japie, de Vlaamse reus bij ons wonen. Daarna volgde Dinky, de foxterriër. Er volgden nog wandelende takken, Hammie de hamster, Mickey de parkiet en verschillende generaties woestijnratjes in een terrarium met zand. Officieel van mij en mijn broer maar ze hadden een stuk korter geleefd zonder haar backup.
De constante factor waren vooral de honden. Dinky kreeg gezelschap van Shuffle, een Kerry Blue Terrier. Daarmee begon de gang naar de hondenclub en mijn moeder is er eigenlijk nooit meer weggegaan. Iedere hond ging op cursus, van gehoorzaamheid tot behendigheid. Nog steeds trouwens, inclusief bardiensten. Want eenmaal twee honden gewend is eentje eigenlijk te weinig. Zo kwam eerst Guinness (Softcoated Wheaton Terrier) en daarna Zhari, Yucka en uiteindelijk Tisha (Tibetaanse terriers).
En 


Vakantie betekent kamperen, nog steeds. De tent werd iets groter en later een vouwwagen maar nog steeds trekken ze er samen op uit. Alleen nog in Nederland en met de honden. Mijn suggestie dat het misschien eens tijd wordt voor een huisje wordt geduldig aangehoord en daarna wordt de kar weer gevuld en trekken ze naar het oosten.

Mijn moeder, die ons leerde met geld om te gaan en ons op het hart drukte altijd op eigen benen te kunnen staan.
Mijn moeder, die met liefde altijd op de kleinkinderen wilde passen en dan bij mij thuis kwam. Waar ik de strijkwas niet voor hoefde te verstoppen omdat ze die alleen deed als ze er zin in had. Waar een onverwacht ziek kind altijd terecht kon (‘schuif maar onder de deur door’).
Mijn moeder, die ongelooflijk trouw is aan vriendinnen en kennissen en ze blijft bezoeken. Die voor iedereen die op vakantie gaat haar speciale notenkruidcake klaar heeft staan of een blik zelf gebakken koekjes. Die denkt aan de verjaardag van onze hond en aan de trouwdag die we niet vieren.
Mijn moeder, die niet zeurt. Ook al moet ze met een geopereerd oog rechtop slapen met haar hoofd voorover. Of met een rechtermiddelvinger in een mitella omdat onze hond haar gebeten heeft.
Mijn moeder, die nog iedere week een uur aerobics staat te doen.
Mijn moeder, die gedichten uit haar hoofd kent en kan sinterklaasrijmen als de beste.
Mijn moeder die altijd zegt dat ze trots is op haar kinderen en kleinkinderen.
Nou, mam, dat ben ik ook op jou!
