“Als we ooit nog eens uit elkaar gaan dan is het om deze tafel”.
Zwetend stonden we vorig weekend bij het geleende busje, bezig om het oudste kind te verhuizen. Met wat moeite hadden we net een eettafel gedemonteerd en als laatste tussen de spullen geduwd. “Ach”, antwoordde de dochter, “dan heb je in ieder geval al een meubelstuk.”
Is het dan zo’n bijzondere tafel? Om te zien niet echt, maar wel met veel emotionele waarde.
In 1982 kregen de vader van mijn kinderen en ik een flat in Hilversum. Op de hoek, kamer met balkon over de hele breedte op het zuiden, drie hoog met zolder – we hadden het goed getroffen. Met ons spaargeld, we waren 21 en 24 en ik studeerde nog, kochten we basismeubilair bij IKEA. Onder andere twee banken (Flora, met wit/lichtblauw gestreepte kussens), een lage tafel met rookglas (bleek later in combinatie met kleffe kinderhandjes een minder gelukkige keuze), een boeken- annex tv-kastje, een bed en natuurlijk een eettafel met stoelen.
Het werd de Sørgarden – een massief grenen tafel met aan de kopse kanten twee halfronde uitklapbladen. Heerlijk groot, ruimte voor veel eters maar ook voor stapels boeken, naaimachine met toebehoren en wasgoed.
Ik studeerde aan die tafel. Ik zat er achter de naaimachine en het kind in mijn buik protesteerde als ik teveel tegen de tafelrand leunde. De famile en vrienden kwamen er aan eten.
We verhuisden verschillende keren en de tafel verhuisde mee. De ene keer was er genoeg ruimte om de bladen uitgeklapt te houden, de andere keer was dat alleen voor speciale gelegenheden.
In 1992 gingen de vader van mijn kinderen en ik uit elkaar. Mijn leven daarna gaf ik een eigen kleur en accent, onder andere door het schilderen van het meubilair. De tafel werd een groen grijs, net als de stoelen.
Zeven jaar geleden leerde ik de baas van de hond kennen, zes jaar geleden voegden we hier in Den Dolder onze huishoudens samen. We maakte keuzes qua meubilair en het werden mijn tafel en zijn eetstoelen.
Theoretisch was dat mooi maar in de praktijk pasten de leuningen van zijn designstoelen niet onder mijn tafel. We keken het een tijdje aan en uiteindelijk gaf ik toe: we kochten samen een prachtige nieuwe tafel.
Hij stond een tijdje op zolder en kreeg een goed huis bij de dochter die hem in ware familietraditie vooral gebruikte voor het stapelen van allerlei spullen. Hij verhuisde mee van Amsterdam naar Almere maar de etage in Hilversum is te klein.
Dus stonden we zwetend op de stoep. De baas van de hond zei niets maar het was duidelijk dat wat hem betrof de tafel naar het grofvuil mocht. De dochter maakte het niet uit.
Ik kon het niet over mijn hart verkijgen en dus schroefden we de bladen los van het onderstel (leve de IKEA-schroeven) en vonden met moeite een plekje achter in de bus. Hij stond even op de stoep in Hilversum en ging toen mee naar Den Dolder.
Hij staat nu op zolder. Met instemming van de baas van de hond, de schat.